|
bron: "de geloofsboekjes".
(Een uitgave van het bisdom Breda)
HET VORMSEL
Het woord ‘vormsel’ komt van
het Oud-Nederlandse woord ‘vroomsel’. Dat betekent ‘sterksel’ (vroom =
sterk). Het sacrament van het vormsel is de bekroning van het eerder
ontvangen doopsel. Op bijzondere wijze wordt in het vormsel nog eens de
kracht van de heilige Geest doorgegeven, de sterkte van de heilige
Geest. Het is de bevestiging van het doopsel.
Het vormsel geeft de kracht
van de heilige Geest om te getuigen van Jezus en zijn evangelie, om uit
te komen voor je geloof in de levende Heer. De sterkte van de heilige
Geest helpt een christen om in het dagelijkse leven in woord en daad
méér te lijken op Christus.
Jezus belooft aan zijn
leerlingen van toen en nu: ‘gij zult kracht ontvangen van de heilige
Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn [..] tot aan het
uiteinde der aarde’ (Hand. 1, 8).
Almachtige God, Vader van onze
Heer Jezus Christus, Gij hebt uw dienaren herboren doen worden uit het
water en de heilige Geest en bevrijd uit de macht van de zonde. Wij
bidden U: zend over hen de heilige Geest, de Trooster, schenk hun de
geest van wijsheid en verstand, de geest van inzicht en sterkte, de
geest van kennis, van ontzag en liefde voor uw naam. Door Christus onze
Heer. Amen. (Gebed bij de handoplegging.)
Het vormsel wordt slechts
eenmaal toegediend, evenals het doopsel, waarvan het de voltooiing is.
Het vormsel drukt inderdaad een onuitwisbaar geestelijk teken in de
ziel, het merkteken; het duidt aan dat Jezus Christus deze christen met
het zegel van zijn Geest gemerkt heeft door hem te bekleden met kracht
uit den hoge om zijn getuige te zijn. (Catechismus van de Katholieke
Kerk nr. 1304.)
God, Gij hebt uw apostelen de
heilige Geest gegeven, en gewild dat ook zij en hun opvolgers op hun
beurt de Geest zouden doorgeven aan allen die geloven. Wij bidden U:
geef dat door uw genade uw Geest leeft in alle gelovigen zoals tijdens
de eerste verkondiging van het evangelie. Door Christus onze Heer.
(Gebed ter afsluiting van de voorbede)
Zij lieten zich dopen in de
naam van de Heer Jezus. Nadat Paulus hun de handen had opgelegd, kwam de
heilige Geest over hen. (Hand. 19, 5-6a)
Paus Paulus VI: ‘Het sacrament
van het vormsel wordt toegediend door de zalving van het voorhoofd met
chrisma, die bij wijze van handoplegging geschiedt en door de woorden:
Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods.’ (Constitutie
over het vormsel, 1971)
|
maakt
deel uit van
|