|
bron: "de geloofsboekjes".
(Een uitgave van het bisdom Breda)
DE ZIEKENZALVING
Troost en vrede
In de ziekenzalving raakt Christus in
kracht van de heilige Geest de zieke aan en schenkt de nodige bijstand.
De Heer neemt de zieke als het ware bij de hand en geeft de genade van
troost, van vrede en bemoediging. In de voorbede wordt aan de Heer
gevraagd: ‘Kom, Heer Jezus, bezoek deze zieke
en ontferm U over haar: sterk haar
door deze heilige zalving.’
Verbonden met Christus
In de ziekenzalving ontvangt de zieke
de kracht en de moed om zijn ziekte en pijn te verbinden met het lijden
van Christus, in het geloof dat hij eens mag delen in het nieuwe leven
van Christus. Zo houdt de ziekenzalving een zending in: de opdracht om
in verbondenheid met Christus het vaste
vertrouwen te bewaren dat het ziek
zijn en het sterven niet het laatste woord hebben. Met Christus loop je
als zieke nooit verloren en is je leven geen doodlopende weg.
Voorbereiding
Als de ziekenzalving gegeven wordt
aan iemand die op het punt staat het aardse leven te verlaten dan wordt
de zalving ook wel het sacrament van de stervenden genoemd. De laatste
zalving die het einde van een mensenleven op aarde markeert helpt om je
leven te durven toevertrouwen aan God. Overgave aan God als
voorbereiding op de ontmoeting met God na dit leven.
God zal verlichting schenken, zegt de
priester. Dit kan betekenen: God brengt verlichting van de zware lasten
die de zieke draagt. Maar het woord ‘verlichting’ betekent meer:
de mens [..] zal opstaan en opgericht
worden tot eeuwig leven bij God. Hij zal thuiskomen. Het wordt Pasen
voor de zieke. Want God is getrouw.
(Geloofsboek van de Belgische
bisschoppen)
Niet éénmalig
Wanneer de zieke na de zalving weer
beter wordt, kan hij in geval van een nieuwe ernstige ziekte het
sacrament opnieuw ontvangen. Tijdens dezelfde ziekte kan dit sacrament
herhaald worden, wanneer de toestand verergert. Het is gepast de
ziekenzalving te ontvangen, voordat men een zware operatie ondergaat.
Dit geldt ook voor oudere mensen, wanneer zij duidelijk zwakker worden.
(Catechismus van de
Katholieke Kerk nr. 1515)
|
maakt
deel uit van
|